Met alle vragenstellers is contact geweest. Soms was er al een antwoord op een ingediende vraag. Daarvoor zijn allerlei activiteiten georganiseerd, van huiskamer tot massa-evenement. Tegelijkertijd zijn er allerlei activiteiten geweest om vragen te bespreken en waar mogelijk al te beantwoorden. De meeste vragen zijn terecht gekomen in spannende onderzoeksvragen voor wetenschap, samenleving en bedrijfsleven. Onderzoekers kunnen daar nu al mee aan de slag maar er is meer nodig. De kenniscoalitie doet er alles aan dat onderzoek te programmeren in samenspraak met de overheid. Er wordt momenteel een pilot gestart met een zeer beperkt budget. Al in 2018 zou een nieuw kabinet delen van de NWA kunnen financieren.
De Nationale Wetenschapsagenda is digitaal beschikbaar. Naast deze rijke en volledige weergave van de Nationale Wetenschapsagenda is een papieren versie beschikbaar. Via uw boekhandel kunt u een exemplaar bestellen.
De prijs is 25 Euro.
ISBN 978-90-77875-86-5
Iedereen in Nederland kon gedurende de maand april 2015 vragen insturen, namens zichzelf of namens partijen uit de wetenschap, het bedrijfsleven of vanuit maatschappelijke organisaties.
De kenniscoalitie bestaat uit de universiteiten (VSNU), hogescholen (VH), Universitair Medische Centra (NFU), KNAW, NWO, VNO-NCW, MKB-Nederland en de instituten voor toegepast onderzoek (TNO/TO2). De Nationale Wetenschapsagenda is opgesteld onder voorzitterschap van Beatrice de Graaf en Alexander Rinnooy Kan.
De wetenschap biedt antwoorden op vragen die ons allemaal aangaan, nu en in de toekomst. Het doel van de Nationale Wetenschapsagenda is wetenschappelijk onderzoek optimaal te benutten om relevante en uitdagende maatschappelijke en economische vraagstukken op te lossen. Door samen te werken aan oplossingen voor complexe vraagstukken, vanuit diverse invalshoeken en disciplines, kunnen wetenschappers een waardevolle bijdrage leveren om welzijn en welvaart te bevorderen.
In de Wetenschapsvisie 2025 “Keuzes voor de toekomst” heeft het kabinet de kenniscoalitie gevraagd om een Nationale Wetenschapsagenda op te stellen. Vanuit het kabinet zijn de ministers Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en Kamp (Economische Zaken) en staatssecretaris Dekker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) als opdrachtgevers betrokken.
Niet al het onderzoek laat zich van tevoren vastleggen. Vaak komen wetenschappelijke doorbraken tot stand door spontane invallen, nieuwsgierigheid, louter toeval en door de creativiteit van het moment. Buiten de agenda om dient hier nadrukkelijk ruimte voor te blijven bestaan.
Wetenschappelijke jury’s, ingesteld door de kenniscoalitie, beoordeelden de ingediende vragen. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) coördineerde dit proces. Uiteindelijk zijn de bijna 12 000 ingediende vragen onderverdeeld onder 140 overkoepelende vragen. Deze 140 vragen vormen samen de Nationale Wetenschapsagenda.
Iedereen in Nederland kon vragen insturen, namens zichzelf of namens partijen uit de wetenschap, het bedrijfsleven of vanuit maatschappelijke organisaties. Onder voorzitterschap van Beatrice de Graaf en Alexander Rinnooy Kan heeft een stuurgroep vanuit de kenniscoalitie op basis van de bijna 12 000 vragen de Nationale Wetenschapsagenda opgesteld.
De Nationale Wetenschapsagenda is een onderzoeksagenda voor Nederland. Een groot aantal vragen aan de wetenschap ligt aan de basis van deze agenda. Een antwoord op de vragen kan van belang zijn voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, het benutten van economische kansen en het realiseren van wetenschappelijke doorbraken.