Het Startimpuls project vierde op donderdag 16 mei een mijlpaal. Hun onderzoeken zijn halverwege. Goed op weg dus. En tijd voor een symposium, startend met een intrigerende lezing van Ron Dahl, professor en expert op het gebied van Ontwikkelingspsychologie en Neurowetenschappen aan de UC Burkeley, Californië.

Laat jongeren in hun waarde, laat ze positief meedenken over de invulling van hun plek in de maatschappij. Dat was één van de boodschappen van Dahl. Hij is een voorstander van positieve interventies op jonge leeftijd. “Zo gaat het ontwikkelingstraject in een vroeg stadium al de goede kant op”.

Vervolgens kregen bezoekers een inkijkje in motivatietools, wearables, producten voor het leren van een tweede taal en nog veel meer. Onderzoekers van het Startimpuls project toonden zo in vier minuten al de voordelen van hun onderzoek voor de samenleving.

Met een onderzoek van NeurolabNL over het ontwikkelende brein werd de avond afgesloten. De onderzoekers communiceren hun bevindingen door naar beleidsbepalers van jeugdstrafrecht. Het geeft daarmee onder andere een blik op de inzet van adolescentenstrafrecht. Directeur-Generaal Marcelis Boereboom (OCW), Pedagogisch directeur Marijke van Genabeek (RJJI) en Professor Ron Dahl verwoordden aan de hand hiervan hun visie op de Neurowetenschappen in beleid en de praktijk. Ze toonden ermee het belang aan van wetenschapscommunicatie naar professionals en de maatschappij.

Foto door Marc de Haan. Voor meer foto’s en informatie, zie het artikel op de website van Startimpuls.

In het kader van het Weekend van de Wetenschap organiseerde Katy de Kogel, Eveline Crone en Annelinde Vandenbroucke op zondag 7 oktober vanuit de Startimpuls een matchmaking bijeenkomst op het gebied van optimale ontwikkeling van jongeren.

Tijdens de bijeenkomst, gemodereerd door Linda Duits, bespreken de deelnemers onderzoeksvragen uit de Nationale Wetenschapsagenda. “Hoe gaan jullie de onderzoeksvraag beantwoorden en wat hebben jullie nodig om écht samen te werken?”. Daarmee gaan ze in groepjes aan de slag met hun kennis van en ervaring met bijvoorbeeld motivatie of antisociaal gedrag.

Pesten is een expertise van promovenda Neeltje van den Bedem. “Om de onderzoeksvraag goed te stellen moet je uit de praktijk te weten komen waar de behoefte ligt.” Op hun beurt hebben mensen in de praktijk behoefte aan verdieping en toetsing van interventies via onderzoek. Op evenementen als deze wordt de basis hiervoor gelegd: zo heeft Van den Bedem haar connecties verstevigd met praktijkpartner “KiVa” en onderzoekers op hogescholen en TNO. Ook op het gebied van veiligheid worden connecties gemaakt: onderzoekers aan de VU en van het Ministerie van Veiligheid en Justitie maken concrete plannen voor nieuwe projecten met onder andere Pluryn en Jeugd Justitiële Inrichtingen.

Bron: website NeurolabNL

Vandaag hebben de boegbeelden van de NWA-route NeuroLabNL, Eveline Crone, Andrea Evers, Katy de Kogel en Cyriel Pennartz, een onderzoeksagenda overhandigd aan minister Sander Dekker (Veiligheid en Justitie) en een vertegenwoordiging van het ministerie van OCW.

In NeurolabNL werken onderzoekers van Nederlandse universiteiten, hogescholen, kennisinstellingen en maatschappelijke partners samen om kennis over hersenen, cognitie en gedrag toe te passen in de samenleving. Het samenwerkingsverband onderzoekt de ruim 400 breingerelateerde vragen die voortkwamen uit de Nationale Wetenschapsagenda.

Een beter begrip van onze hersenen

Het zijn vragen als: hoe kunnen we via een beter begrip van onze hersenen, cognitie en gedrag tot nieuwe toepassingen komen in bijvoorbeeld onderwijs, veiligheid en zorg? Hoe komt het dat sommige kinderen zich sneller ontwikkelen dan andere? Hoe ontstaat risicovol gedrag en wanneer slaat dit om in crimineel gedrag? En welke innovatieve behandelingen kunnen we ontwikkelen voor psychische en lichamelijke aandoeningen, naast de klassieke farmacologie? Bij al deze vragen spelen hersenen, cognitie en gedrag een sleutelrol.

Vier deelagenda’s

De onderzoeksambities zijn ondergebracht in vier deelagenda’s: Gezondheid, Onderwijs, Sociale veiligheid en Fundamenteel onderzoek. De Leidse hoogleraren Andrea Evers (gezondheidspsychologie) en Eveline Crone (neurocognitieve ontwikkelingspsychologie) zijn respectievelijk de trekkers van de deelagenda’s Gezondheid en Onderwijs. Voor de deelagenda’s Veiligheid is dat onderzoeker Katy de Kogel (ministerie van Justitie en Veiligheid) en neuropsycholoog Cyriel Pennartz (Universiteit van Amsterdam) is het boegbeeld van Fundamenteel onderzoek. De vier onderzoekers werkten bij de opstelling van de deelagenda’s nauw samen met collega-wetenschappers en maatschappelijke partners.

Rondom de realisatie van de NeurolabNL onderzoeksagenda is een film gemaakt:

NeuroLabNL – Het belang van hersenonderzoek voor Nederland from Kellerfilm on Vimeo.

De digitale onderzoeksagenda is hier te downloaden.

 

fotograaf: Marc de Haan

Hoe moet het onderwijs van de toekomst eruit zien? En hoe zorgen we ervoor dat jongeren zich optimaal ontwikkelen tot slimme en sociale volwassenen? Deze en andere vragen staan centraal in twee onderzoeksroutes van de Nationale Wetenschapsagenda: ‘Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs’ en ‘NeurolabNL; dé werkplaats voor hersen- cognitie- en gedragsonderzoek’. Deze routes gaven gezamenlijk hun officiële startschot op 19 februari in Museum Volkenkunde in Leiden. 

De Nationale Wetenschapsagenda (NWA) is gebaseerd op ruim 12.000 vragen vanuit de samenleving. Die zijn gecategoriseerd in 25 actuele maatschappelijke vraagstukken: de routes. Wetenschap en maatschappij gaan samen op zoek naar oplossingen voor deze vraagstukken. Onlangs ontvingen de twee routes ieder een ‘startimpuls’ van 2,5 miljoen euro waarmee ze de drie jaar lang onderzoek kunnen doen.

Goed op weg

‘Vandaag laten we zien dat we goed op weg zijn om vorm te geven aan de uitvoering van deze routes van de Nationale Wetenschapsagenda,’ zegt Eveline Crone, hoogleraar Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie aan de Universiteit Leiden. ‘Het is ons in korte tijd gelukt om op onze thema’s projectgroepen op te zetten waarin wetenschappers samenwerken met docenten, schooldirecteuren, maatschappelijke organisaties, noem maar op. Daar zijn we trots op, en dat laten we graag zien.’

Crone is trekker – of eigenlijk ‘boegbeeld’ – van de route NeurolabNL. Die route verenigt het cognitie-, gedrags-, en neurowetenschappelijk onderzoek in Nederland. De andere route die zich vandaag presenteert is ‘Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs’, geleid door Monique Volman, hoogleraar Onderwijskunde aan de Universiteit van Amsterdam en Judi Mesman, hoogleraar Diversiteit in Opvoeding en Ontwikkeling in Leiden. In deze route bekijken wetenschappers en hun praktijkpartners hoe het bestuderen van de jeugd kan leiden tot maatschappelijke innovaties.

Sociale cohesie in de klas

Aan voorbeelden geen gebrek op deze aftrapbijeenkomst. Wetenschappers uit Rotterdam en Nijmegen willen bijvoorbeeld weten hoe je de sociale cohesie binnen een klas kunt meten en versterken. Want de klas is immers een ‘mini-samenleving’, en de opgedane sociale vaardigheden draag je de rest van je leven mee. Ook buiten de muren van de school. Basisschool Het Galjoen in de Haagse Transvaalwijk is een van de maatschappelijke partners, want daar moet de opgedane kennis uiteindelijk tot (nog) beter onderwijs leiden.

Een ander groot maatschappelijk probleem is het buitensluiten en pesten van kinderen. Het kan leiden tot eenzaamheid, depressie, slechtere schoolprestaties of zelfs zelfmoordpogingen, laat Berna Güroğlu (Universiteit Leiden) zien. Maar wat doet langdurige uitsluiting precies in het brein? Ze wil het de komende jaren onderzoeken met hersenonderzoekers uit Groningen, Leiden en Rotterdam. Praktijkpartner is onder meer de organisatie KiVa, die anti-pestprogramma’s aanbiedt op basisscholen.

Jongeren geven feedback

Uiteraard werd er niet alleen over jongeren gepraat, maar ook mét jongeren. Een jongerenpanel gaf stevige feedback op de deelprojecten. ‘Wil je de samenhang binnen een schoolklas verbeteren, dan moet je de jongeren een gezamenlijk doel geven,’ zei Fahima. ‘Denk bijvoorbeeld aan sport, daardoor zie je de overeenkomsten tussen klasgenoten in plaats van de verschillen.’ En Elisa ziet een duidelijke rol weggelegd voor de docent: ‘Soms moet je het gesprek forceren door verschillende scholieren bij elkaar in een groep te zetten.’

Marjan Hammersma, secretaris-generaal van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Samenleving, vertelde in haar keynote speech hoe belangrijk het is dat wetenschappers en praktijkpartners samen het antwoord vinden op vragen uit de samenleving. En ook Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer is overtuigd van het belang van goede samenwerking tussen wetenschap en praktijk: ‘Ik merk dagelijks hoever die twee vaak van elkaar af staan. Want hoe vaak gebeurt het nou dat een interessant proefschrift wordt doorvertaald in concreet beleid? En hoe vaak zie je nou dat het beleid gestoeld is op de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek? Deze routes van de NWA hebben de potentie om de maatschappelijke impact van wetenschappelijk onderzoek te vergroten, én om het beleid te verbeteren. Daar ben ik ontzettend blij mee.’

Bekijk hier een video-impressie van de bijeenkomst (Kellerfilm):

De routes ‘NeuroLabNL’ en ‘Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs’ organiseren op 19 februari een gezamenlijk evenement waarin ze het officiële startschot geven van hun respectievelijke startimpulsprojecten: ‘NeuroLabNL: optimale condities voor leren en veiligheid van jongeren’ en ‘Gelijke kansen voor een diverse jeugd’. Beide programma’s ontvingen 2,5 miljoen om de komende drie jaar onderzoek te doen naar het thema ‘Jongeren in een veerkrachtige samenleving’.

Het nieuwe onderzoeksprogramma Jongeren in een veerkrachtige samenleving heeft brede betrokkenheid vanuit de Nederlandse universiteiten, WODC, praktijkpartijen, TNO en HBO. Het laat zien dat de overheid (OCW, Ministerie van Justitie en Veiligheid) onderkent dat onderzoek naar jeugd kan bijdragen aan beter onderwijs en een optimale ontwikkeling voor alle jongeren. Het maakt ook duidelijk dat werken aan nieuwe verbindingen succesvol is. Vanwege de verbondenheid en praktijkgerichtheid heeft het programma ook een belangrijke ‘etalagefunctie’ voor de maatschappelijke waarde van de maatschappij-, gedrags- en neurowetenschappen. Het doel van de bijeenkomst is om over de grenzen van vakgebieden heen te kijken en krachten te bundelen op maatschappelijk urgente thema’s, in dialoog mét de maatschappij.

In de ochtend gaan de twee programma’s afzonderlijk van elkaar aan de slag, in de middag staat een gezamenlijk deel op het programma waarbij ook maatschappelijke betrokkenheid centraal staat. Voor deze aftrap zijn alle onderzoekers van de diverse deelprojecten uitgenodigd, inclusief de nieuw aangestelde aio’s en postdocs, die de komende drie jaar actief zijn binnen deze routes.

Onderzoekers uit andere routes zijn van harte uitgenodigd om aan te sluiten.

Programma

  • Ochtendprogramma 10.00-12.30 uur (NB. Deze sessie is alleen voor onderzoekers betrokken bij de NWA-route ‘NeuroLabNL’, dan wel ‘Jongeren in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs’.)
  • Gezamenlijk middagprogramma 13.00-17:00 uur (presentatie van programma’s voor alle onderzoekers en andere geïnteresseerden.)

Middagprogramma ~ download het programma (PDF)

13:00 Inloop

13:30 Opening door Marjan Hammersma (secretaris-generaal Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap)

13:40 Introductie door Margrite Kalverboer (Kinderombudsvrouw)

13:50 Presentaties van onderzoeksprojecten rond school en leren:

  • Sociale cohesie in de klas (Jeugd)
  • Sociale relaties en buitensluiting (NeuroLabNL)
  • Buitenschools leren (Jeugd)
  • Optimale leercondities (NeuroLabNL)

14:25 Gesprek met jongerenpanel en publiek

15:00 Pauze

15:30 Presentaties van onderzoeksprojecten rond problemen in de ontwikkeling van jongeren

  • Verbinding onderwijs-jeugdzorg (Jeugd)
  • Ontwikkeling hersenen en gedrag bij adolescenten met problematisch antisociaal gedrag (NeuroLabNL)
  • Ontmoeting tussen professionals en jongeren/ouders met een migratieachtergrond (Jeugd)
  • Vernieuwing meetinstrumenten: fysiologische wearables voor jongeren met antisociaal gedrag en/of zelfregulatieproblemen (NeuroLabNL)
  • Jeugdgezondheidszorg (Jeugd)

16:20 Gesprek met jongerenpanel en publiek

16:50 Afsluiting met toekomstvisie door prof. dr. Wim van den Doel (NWO)

17:00 Borrel

Locatie
Museum Volkenkunde, Steenstraat 1, 2312 BS Leiden.

Aanmelden
De inschrijving voor de bijeenkomst is gesloten.

Op 20 december 2017 vindt een NeuroLabNL bijeenkomst plaats in het Muntgebouw in Utrecht. De bijeenkomst richt zich op de actuele ontwikkeling rondom de NWA en wil ook nieuwe ideeën ophalen om vanuit goede inhoud te gaan werken aan kansen voor nieuwe investeringen. Een eerste succes in dit verband is het recent toegekende Startimpulsprogramma: Optimale condities voor leren en veiligheid van jongeren. Wat kunnen we daarvan leren wanneer we met elkaar op zoek gaan naar nieuwe onderwerpen en nieuwe kansen? Het Startimpulsprogramma komt in het plenaire deel aan de orde.

De deelnemers gaan verder ook in kleinere break-outs aan het werk om nieuwe NeuroLabNL onderwerpen te benoemen en uit te diepen. De speerpunten van NeuroLabNL zijn kennis over gedrag, cognitie en hersenwerking inzetten voor onderwijs, sociale veiligheid en gezondheid. Op 20 december gaat de aandacht vooral uit naar op de meer basale kennisontwikkeling die voor de drie toepassingsdomeinen is gevraagd. Daarnaast verdient het onderwerp Gezondheid de aandacht.

Aanmeldingsmogelijkheden zijn nog beperkt voorhanden, de brede gemeenschap is gelukkig al goed gerepresenteerd (organisaties, disciplines, landelijke dekking). Mocht u graag deelnemen, meldt u dan snel aan. U bent van harte welkom, maar vol is vol.

Meer informatie over het programma en aanmelden.

Onderdeel van de NWA-route NeurolabNL: de werkplaats voor hersen-, cognitie- en gedragsonderzoek
Hoofdaanvrager: Prof. dr. E.A.M. (Eveline) Crone, Universiteit Leiden

Dit programma maakt gebruik van kennis over gedrag en hersenen om beter te begrijpen hoe jongeren nieuwe kennis en vaardigheden leren, omgaan met uitdagingen in de maatschappij en hoe ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Hersenmetingen geven ons een beter inzicht in wanneer en hoe jongeren van elkaar verschillen en wat nodig is voor een veilige en stimulerende samenleving. De beschikbare en nieuwe kennis zal naar praktische innovaties omgezet worden. Vier programmalijnen definiëren kennisopbrengsten en opbrengsten voor de praktijk.

Aanpak

NeuroLabNL profileert zich als de Werkplaats voor hersenen-, cognitie en gedragsonderzoek met de doelstelling zowel onderlinge disciplinaire verbinding als verbinding met de maatschappelijke praktijk te leggen vanuit de overtuiging, dat beide zeer inspirerend en hard nodig zijn. De beoogde maatschappelijke en wetenschappelijke opbrengsten betreffen meer inzicht in individuele verschillen en in de rol van hersenmechanismen bij leren, concrete aanknopingspunten voor preventie en innovatieve persoonsgerichte brainbased interventies en concrete activiteiten gedurende de looptijd voor kennistransfer, het naar de praktijk brengen van toepassingen en aandacht voor ethische aspecten.

Werkpakketten

(1) Onderwijsneurowetenschap: optimale leercondities
Contactpersoon: Lydia Krabbendam

Nieuwe inzichten op basis van hersenonderzoek hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan een beter begrip van hoe jongeren leren. De vraag die nu aan de orde is, is hoe deze leermechanismen verschillen tussen jongeren. Niet iedereen leert op dezelfde manier, en neuromarkers stellen ons in staat om beter te begrijpen, niet alleen wat jongeren leren, maar ook hoe jongeren leren. De inzichten uit dit onderzoek, toegespitst op individuele verschillen, zullen cruciale kennis opleveren over wie het meeste baat heeft bij welke leeromgeving, en hoe dit gestuurd kan worden naar optimale kansen voor alle individuen.

(2) Sociale onderwijsneurowetenschappen: sociale relaties en sociale buitensluiting
Contactpersoon: Berna Güroğlu

Hoewel veel onderzoek in het onderwijs zich toespitst op leerresultaten, is het ontwikkelen van sociale vaardigheden in deze context een minstens zo belangrijke opdracht voor jongeren. Zij brengen bijna de helft van hun tijd door op school in de context van leeftijdgenoten en de relaties die zij hebben met leeftijdgenoten zijn van cruciaal belang voor hun welzijn, direct in de klas maar ook later in hun leven. Het onderzoek dat zich bezig houdt met een beter begrip van onderlinge sociale gevoeligheden heeft een nieuwe impuls gekregen sinds de opkomst van de “social neuroscience”. Dit onderzoek zal zich richten op de neurale mechanismen die een rol spelen bij de totstandkoming en langdurige ervaringen van buitensluiting en zal ook aanknopingspunten bieden voor het beter begrijpen van de effecten van buitensluiting op probleemgedrag zoals depressie, antisociaal gedrag of middelenmisbruik.

(3) Ontwikkeling hersenen en gedrag bij adolescenten met problematisch antisociaal gedrag
Contactpersoon: Lucres Nauta-Jansen en Hilleke Hulshoff Pol

Eerder onderzoek heeft belangrijke inzichten opgeleverd over de relatie tussen

hersenontwikkeling en gedrag bij gezonde jongeren die zich relatief normaal ontwikkelen. Er is echter nog weinig bekend over het verloop van de ontwikkeling van hersenen en gedrag bij jongeren met antisociaal gedrag, terwijl het van belang is dat het inzicht in de ontwikkeling van hersenen en gedrag bij antisociale jongeren wordt vergroot. Op deze manier kunnen preventie, bejegening en interventie geoptimaliseerd worden, zodat de ontwikkeling van deze adolescenten in een gunstige richting kan worden bijgestuurd. In de tweede plaats om aanknopingspunten te leveren om een meetinstrumentarium te kunnen ontwikkelen dat een beeld kan geven van het ontwikkelingsstadium van hersenen en gedrag bij jongeren met problematisch antisociaal gedrag.

(4) Vernieuwing meetinstrumenten: fysiologische wearables voor jongeren met antisociaal gedrag en/of zelfregulatieproblemen
Contactpersoon: Jan van Erp

Hoewel de neurowetenschappelijke kennis over antisociaal gedrag en over zelfregulatieproblemen de laatste decennia sterk is gegroeid, is deze kennis nog niet sterk geïntegreerd in de praktijk van onderwijs en interventie voor jongeren met dergelijke problemen. Recent hebben technische ontwikkelingen op het gebied van kleine, lichte ‘wearables’ een hoge vlucht genomen. De combinatie van neurowetenschappelijke kennis en deze nieuwe technieken biedt kansen voor vernieuwing van de huidige meetmethoden en voor het bieden van individueel maatwerk. Met wearables worden de metingen van bijvoorbeeld hartslag uit de laboratoriumcontext naar de natuurlijke leefomgeving gebracht en kunnen individuele patronen worden ontdekt. Apps op smartphones bieden mogelijkheden voor ambulante monitoring en biofeedback. Het onderzoek met wearables bij mensen met probleemgedrag is veelbelovend, maar staat nog in de kinderschoenen. Pionierswerk van hoge kwaliteit is nu belangrijk op dit vernieuwende terrein.

Consortiumleden

Het consortium bestaat o.a. uit: Erasmus Universiteit Rotterdam, Open Universiteit, Radboud Universiteit, Rijksuniversiteit Groningen, Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit Leiden, Universiteit Maastricht, Universiteit Utrecht, Universiteit van Amsterdam, Universiteit van Tilburg, Universiteit Twente, Vrije Universiteit Amsterdam, Vrije Universiteit Medisch Centrum, Nederlands Herseninstituut, TNO, Avans Hogeschool, Hogeschool Utrecht, Hogeschool Windesheim, De Bascule, Fun4all, Gemeente Utrecht, Hersenstichting Nederland, ICT for Brain, Body & Behavior, Intermetzo, Kiva, Ministerie van Veiligheid & Justitie / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP), O.R.S. Lek en Linge, Openbaar Ministerie, Philips, Picasso Lyceum, ReclasseringNL, Respect-education.

 

De komende tien jaar verwachten we grote wetenschappelijke doorbraken in ons begrip van de dynamische groei en verandering van onze hersenen gedurende de hele levensloop. De hier voorgestelde werkplaats NeuroLabNL maakt wetenschappelijke doorbraken mogelijk maakt en is dé werkplaats die alle Nederlandse hersen-, cognitie en gedragsonderzoekers en hun maatschappelijke partners samenbrengt.

Het gebruik van recente en nieuwe kennis over de complexe relaties tussen hersenen, cognitieve functies, gedrag en omgeving zal leiden tot vele innovaties in de gezondheidszorg, in het onderwijs en op het terrein van veiligheid. Binnen deze route worden drie specifieke aandachtsvelden onderscheiden: gezondheid, sociale veiligheid en onderwijs.

Gezondheid: de schijf van vijf voor het brein
Om op alle leeftijden optimaal te kunnen functioneren, is de ‘Schijf van Vijf voor het brein’ belangrijk: voldoende slaap, gezonde voeding, optimale beweging, een goede sociale inbedding en een goede balans tussen stress en ontspanning. Onderzoek in gecontroleerde labsituaties en onderzoek naar grote populaties brengen een fit brein voor iedereen dichterbij. Zoals bijvoorbeeld dankzij het stresspaspoort, een uniek en individueel profiel dat voorspelt hoe iemand zich onder stress gaat gedragen.

Sociale veiligheid: preventie probleemgedrag, stimulans veerkracht
Een maatschappij die inzet op zelfredzaamheid en burgerparticipatie moet weten onder welke voorwaarden kinderen en jongeren veilig en gezond kunnen opgroeien om burgers met deze gewenste eigenschappen te worden. Omgekeerd is kennis nodig over het ontstaan van probleemgedrag en gestoord gedrag. Preventie, vroege interventie en persoonlijke monitoring kunnen helpen zulk gedrag te voorkomen, te dempen of van richting te veranderen.

Onderwijs: gemotiveerd een leven lang leren
In een kenniseconomie is het van belang om te weten hoe we kennis en vaardigheden aanleren; hoe we dat voor elk individu kunnen optimaliseren; en hoe we mensen van alle leeftijden intrinsiek kunnen motiveren om een leven lang te leren. Hersenonderzoek in het onderwijs brengt onderwijs op maat voor elk individu dichterbij. Het heeft onder meer geleid tot breinmodules en breinvriendelijk lesmateriaal.

Lees meer over deze route in het Portfolio voor Onderzoek en Innovatie.